Freeze frame

Freeze frame (Frozen in time)

“Verrek, … ze zit te gnoeven….”, dacht ik.
Ik schrok er van. Allereerst omdat ik me voyeur voelde maar ook omdat ik een woord gebruikte dat ik in geen 40 jaar gehoord had. Als ik het al gehoord had.
Gnoeven is zo’n woord dat alleen voorkomt in een woordenboek of in verhalen van lang geleden of ver weg. Ik ken eigenlijk niemand die het gebruikt, of in mijn bijzijn ooit gebruikt heeft. Hoe kon ik er dan zo zeker van zijn dat ze zat te gnoeven? Toegegeven, ze is neerlandica, maar dan nog zei ze niet: ”Hé Hans ff opletten; ik zit nu te gnoeven hoor…!”
Snel keerde ik mijn blik weer terug naar de TV. Uit angst dat ze zou zien dat ik haar bekeek. Dat zou haar maar storen en misschien het gevoel van het gnoeven laten verdwijnen. Dat zou zonde zijn, want het is echt uniek. Ik heb eigenlijk nooit iemand zien gnoeven, en al helemaal niet van zo dichtbij.
Een beetje verward richte ik me weer op mn bord; rodekool met appeltjes. En gehakt. En jus. Ik was laat die dag en was maar direct naar haar huis gegaan. Aan de telefoon had ze gezegd dat ze wel voor me zou koken: “… lekker gehaktballetjes …”. Het ging er in als koek. Natuurlijk had ik een flinke trek, maar het gezelschap en mn stemming maakte het een feestmaal.
Voorzichtig gluurde ik door mijn ooghoeken hoe ze naast me zat. Het beeld brandde zich vast in mn brein met het plan om er nooit meer weg te gaan; In de hoek van de bank, armen om haar opgetrokken knieën, ze wiegde een beetje, ze straalde.
Er zijn wel meer woorden die een beetje in de buurt komen. Glunderen nog het meest. Gnuiven klinkt te negatief. Ook verkneukelen komt niet in de buurt. Maar dit, dit is toch echt gnoeven…!
Wie heeft er in Gods naam aan gedacht om hiervoor een woord te bedenken. En dan nog een woord dat meteen uitlegt wat er allemaal aan de hand is. Het kan gewoon niet dat die persoon haar ooit gezien heeft. Of zou het ooit vaker zijn voorgekomen? Dat iemand zat te gnoeven? 
Als in een trance zag ik mezelf nu echt definitief naar haar staren. Ze keek terug met een kleine beteuterde frons en pruilde een beetje, met haar hoofd een beetje schuin. “…wat!?...” , vroeg ze zachtjes, een beetje onzeker. Ik zei niets, glimlachte alleen maar. Ik dacht maar één ding: “Mijn god, wat ben jij een prachtig mens!”


Hd’A  6-jul-09, 11-jul-09